In economische publicaties wordt veel gebruikgemaakt van tabellen en grafieken. Hierna staan vier statistieken, waarin gegevens over de bedrijfstak horeca (hotels, restaurants en cafés) in Nederland worden vergeleken met gegevens over de totale Nederlandse economie. Naar aanleiding van deze statistieken worden in deze opgave vijf vragen gesteld.
Statistiek 1. Ontstane en vervulde vacatures | ||
In de horeca | ||
Ontstane vacatures | Vervulde vacatures | |
2000 | 59.000 | 60.000 |
2001 | 67.000 | 67.000 |
2002 | 54.000 | 55.000 |
2003 | 42.000 | 44.000 |
In Nederland | ||
Ontstane vacatures | Vervulde vacatures | |
2000 | 945.000 | 924.000 |
2001 | 870.000 | 911.000 |
2002 | 668.000 | 708.000 |
2003 | 597.000 | 620.000 |
Statistiek 2. Prijspeil |
![]() |
Statistiek 3. Loonontwikkeling | |||||
Lonen: gemiddelde cao-lonen (nominaal) | |||||
Eenheid | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | |
Horeca | Indexcijfer | 100 | 106,5 | 104,8 | 110,6 |
Nederland | Indexcijfer | 100 | 107,1 | 110,5 | 114,7 |
Lonen: gemiddelde incidentele loonontwikkeling (nominaal) | |||||
Eenheid | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | |
Horeca | Mutatie* | 0,1 | 0,1 | -4,4 | 1,9 |
Nederland | Mutatie* | 0,9 | 0,9 | -0,7 | 0,9 |
* In procenten van het gemiddelde loon ten opzichte van het voorafgaande jaar |
Statistiek 4. Werkgelegenheid |
![]() |
Vraag 1
Op 1 januari 2003 bedroeg het aantal vacatures in de horeca 7.000.
Bereken het aantal vacatures in de horeca op 31 december 2003.
Antwoord vraag 1Vraag 2
Uit de statistieken kan onder andere de ontwikkeling van het reële gemiddelde cao-loon in de horeca worden afgeleid.
Bereken hoeveel procent het reële gemiddelde cao-loon in de horeca in 2001 hoger was dan in 2000.
Antwoord vraag 2Het indexcijfer reële loon = 106,5 / 104,2 x 100 = 102,2. Het reële loon is dus gestegen met 102,2 – 100 = 2,2%.
Vraag 3
Noem een statistiek waaruit blijkt dat in 2002 in de horeca, in vergelijking met de totale Nederlandse economie, naar verhouding meer in deeltijd werd gewerkt. Verklaar het antwoord.
Antwoord vraag 3In 2002 werken er:
- 268.800 personen in de horeca die samen 150.000 fulltime banen vervullen: de P/A-ratio = 268,5 / 150,0 = 1,792.
- 7.056.000 personen in Nederland die samen 5.594.000 fulltime banen vervullen: de P/A-ratio = 7.056 / 5.594 = 1,261.
In de horeca wordt dus meer in deeltijd gewerkt dan in Nederland.
Vraag 4
Karien leest uit de statistieken af dat in 2003 ten opzichte van 2002 de arbeidsmarkt voor de horeca is verruimd.
Noem een statistiek waaruit deze verruiming van de arbeidsmarkt kan worden afgeleid. Licht het antwoord toe.
Antwoord vraag 4- Uit statistiek 1 blijkt dat het aantal openstaande vacatures in 2003 gedaald is van 54.000 in 2002 naar 42.000 in 2003.
- Uit statistiek 4 blijkt dat de werkgelegenheid (het aantal arbeidsjaren) in 2003 is afgenomen.
Vraag 5
Stel dat in 2002 het gemiddelde cao-maandloon van een horecawerknemer € 1.600 bedroeg.
Bereken het gemiddelde cao-maandloon van een horecawerknemer in 2003.
Antwoord vraag 5Het indexcijfer van het nominale cao-loon in 2002 is 104,8. Het indexcijfer van het nominale cao-loon in 2003 is 110,6.
- Manier 1: 110,6 / 104,8 x € 1.600 = € 1.688,55.
- Manier 2: € 1.600 / 104,8 x 110,6 = € 1.688,55.
- Manier 3: De procentuele verandering van de indexcijfers 2003-2002: (110,6 – 104,8) / 104,8 x 100% = 5,534…%. € 1.600 x 1,05534… = € 1.688,55.
Ω