De concurrentiepositie van een land in het internationale handelsverkeer wordt onder andere beïnvloed door de ontwikkeling van het prijspeil en de wisselkoers van de valuta van dat land.
Tabel 1 | Prijspeil in Nederland (procentuele verandering ten opzichte van het voorafgaande jaar) | ||||
1997 | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | |
consumentenprijzen | 2,2 | 2,0 | 2,2 | 2,6 | 4,5 |
invoerprijzen (in euro’s) | 2,3 | 4,0 | 3,1 | 5,0 | 4,8 |
uitvoerprijzen (in euro’s) | 2,3 | -2,0 | 0,4 | 9,8 | 1,8 |
Tabel 2
Vraag 1
Leg uit hoe een stijging van het invoerprijspeil van een land kan leiden tot een stijging van het uitvoerprijspeil van dat land.
Antwoord vraag 1Vraag 2
Worden de invoerprijzen in euro’s in Nederland hoger of lager door een koersdaling van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar? Verklaar het antwoord.
Antwoord vraag 2Vraag 3
In 2000 hebben de Verenigde Staten van Amerika (VS) voor import uit Nederland € 11,5 miljard betaald. Omgerekend in dollars was met deze import $ 10,58 miljard gemoeid. Stel dat de VS in 2001 hetzelfde importpakket uit Nederland koopt. Bereken hoeveel Amerikaanse dollars de VS voor dit importpakket in 2001 moet betalen.
Antwoord vraag 3De koers in 2001 is: € 1 = $ 0,88. De waarde van € 11,707 miljard is in $: 11,707 x 0,88 = $ 10,3.. miljard.
Bron: Eindexamen economie 1-2 havo 2005 TV1